Artificial Intelligence: van science fiction droom naar de werkvloer - de geschiedenis van AI

AI


Artificial Intelligence (AI) is niet meer uit ons moderne leven weg te denken, maar wist je dat de basis voor deze technologie in de jaren ’50 en ’60 door computerwetenschapper Joseph Weizenbaum en ELIZA werd gelegd? Wij nemen je in dit artikel mee door de geschiedenis van Artificial Intelligence (AI), laten zien hoe het allemaal begon met een droom en hoe recente doorbraken hebben gezorgd dat we niet meer zonder deze slimme technologie kunnen. Het maakt niet uit of je net jouw eerste stappen in het gebruik van Artificial Intelligence zet of dat jouw devices vol staan met de nieuwste tools: duik mee in de geschiedenis van AI. 

Een korte geschiedenis van AI


1950 – De droom begint


•    Alan Turing stelt de vraag: “Kunnen machines denken?” en introduceert de Turingtest als manier om intelligent gedrag te meten.
•    Zijn werk legt de basis voor het idee dat machines menselijke intelligentie kunnen nabootsen.


1956 – De geboorte van AI


•    Tijdens een conferentie op Dartmouth College wordt de term Artificial Intelligence voor het eerst gebruikt.
•    Onderzoekers geloven dat menselijke intelligentie binnen een paar decennia volledig te simuleren is.


1960–1970 – Eerste successen en verwachtingen


•    Simpele AI-programma’s kunnen wiskundige stellingen bewijzen of dammen spelen.
•    Optimisme groeit, maar de technologie is nog beperkt.


1970–1980 – De eerste ‘AI-winter’


•    De verwachtingen blijken te hoog. AI-systemen zijn traag, duur en niet schaalbaar.
•    Overheden en bedrijven trekken hun financiering terug.


1980–1990 – Expert systemen


•    AI maakt een comeback met expert systemen: programma’s die beslissingen nemen op basis van regels.
•    Worden gebruikt in medische diagnose en technische ondersteuning.


1990–2000 – Machine learning komt op


•    In plaats van regels programmeren, leren systemen van data.
•    IBM’s Deep Blue verslaat wereldkampioen schaken Garry Kasparov in 1997 — een mijlpaal.


2000–2010 – Big Data en rekenkracht


•    Door internet en krachtige computers wordt het mogelijk om AI op grote schaal te trainen.
•    AI wordt toegepast in zoekmachines, aanbevelingssystemen en spraakherkenning.


2012–nu – De opkomst van deep learning en generatieve AI


•    Doorbraken in neurale netwerken en deep learning leiden tot indrukwekkende prestaties in beeld- en taalverwerking.•    In 2022 lanceert OpenAI ChatGPT, gevolgd door tools als Copilot, DALL·E en Suno AI.
•    AI wordt toegankelijk voor het grote publiek en verandert hoe we werken, communiceren en creëren.

Alan Turing: van Enigma tot AI

Het begon in 1950 allemaal met een droom. Alan Turing (1912-1954) – een Britse wiskundige en computerpionier – speelde in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol in het kraken van de Enigma-code en redde duizenden levens en de bedenker van de Turing-test: een manier om te bepalen in hoeverre een machine intelligent gedrag vertoont dat niet te onderscheiden is van het gedrag van een mens. Als een mens in een gesprek niet kan zeggen of hij met een machine of een mens praat, dan slaagt de machine voor de test. Turing’s ideeën vormen de basis voor hoe we vandaag denken over Artficial Intelligence (AI). Het baanbrekende werk van Alan Turing inspireerde generaties wetenschappers en programmeurs en zijn naam leeft voort in testmethodes en awards in de wereld van Artificial Intelligence. 

ELIZA: 

Alan Turing overleed voordat computerwetenschapper Joseph Weizenbaum in 1966 het programma ELIZA ontwikkelde: een van de eerste pogingen om een computer net als een mens te laten communiceren. ELIZA simuleerde een gesprek door zinnen van de gebruiker te herhalen en om te buigen in vragen. Het programma begreep niets van de inhoud van het gesprek, maar wist met simpele trucjes toch een verrassend geloofwaardig gesprek op gang te brengen. ELIZA wist de Turing-test overigens niet te doorstaan. Het is ook niet de technologie die maakt dat ELIZA een plek in de historie van Artificial Intelligence verdient, maar de (emotionele) reactie van gebruikers. Joseph Weizenbaum ontwikkelde ELIZA als kritiek op het idee dat machines een vervanging voor menselijke interactie konden zijn, maar het experiment liet zien hoe snel mensen geneigd zijn om menselijke eigenschappen toe te kennen aan technologie. 

Van droom naar desillusie

Het optimisme over kunstmatige intelligentie en de onbegrensde mogelijkheden voor de toekomst groeide razendsnel door de eerste (succesvolle) experimenten met programma’s zoals ELIZA. Het optimisme was zo sterk dat wetenschappers in de jaren ’60 en ’70 geloofden dat machines op korte termijn net zo slim zouden worden als mensen. Het was een periode met hoge verwachtingen én hoge investeringen in onderzoek, maar ook een periode met grote teleurstellingen. Computers waren traag en duur en de meeste AI-systemen werkten alleen in gecontroleerde omgevingen. Toen de beloofde doorbraken uitbleven verdween het vertrouwen in AI en werden financieringen en projecten stopgezet. Toch bleef de droom leven en in de decennia die volgden, zouden nieuwe technieken zoals machine learning en deep learning AI weer nieuw leven inblazen.

De comeback van AI: nieuwe technieken, nieuwe hoop


Ondanks de teleurstelling bleef de droom van slimme machines leven en met dank aan de opkomst van expert systems – programma’s die beslissingen nemen op basis van vastgelegde regels - maakte AI een comeback. Hoewel met expert systems successen werden geboekt in de medische diagnostiek en technische ondersteuning kwam de echte doorbraak voor artificial intelligence door machine learning. Het programmeren van regels werd vervangen door computers die konden leren van data. En met dank aan de opkomst van het internet en snellere computers kreeg artificial intelligence (AI) eindelijk kans om zich echt te ontwikkelen. 

Machine learning: van regels naar zelflerende systemen

Expert systems waren afhankelijk van (en dus beperkt door) input in de vorm van regels, maar daar kwam met de opkomst van machine learning verandering in. Computers konden met dank aan machine learning patronen herkennen in grote hoeveelheden data. Algoritmes, neural networks en later deep learning maakten het mogelijk om systemen te ontwikkelen die niet alleen leerden, maar ook konden generaliseren en voorspellen.

Het internet zorgde bovendien voor een schat aan beschikbare data. En met de groeiende rekenkracht van computers ontstonden kansen voor verschillende AI-toepassingen: van zoekmachines tot aanbevelingssystemen en van spraakherkenning tot vertaalsoftware – AI begon steeds meer deel uit te maken van ons dagelijks leven.

De opkomst van machine learning en big data

De echte versnelling in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie begon toen computers niet langer afhankelijk waren van vooraf ingestelde regels, maar zelf konden leren van data. Machine learning maakte het mogelijk om algoritmes te trainen op basis van voorbeelden, waardoor systemen patronen konden herkennen en voorspellingen konden doen. Dit was een fundamentele verschuiving: van statische kennis naar dynamisch leren. Tegelijkertijd begon het tijdperk van big data. Door de digitalisering van onze samenleving ontstonden enorme hoeveelheden gegevens – van zoekopdrachten en social media-posts tot sensordata en klantgedrag. Deze datastromen vormden de brandstof voor machine learning. Hoe meer data beschikbaar was, hoe beter de algoritmes konden worden getraind. Dankzij cloud computing en krachtige grafische processors (GPU’s) konden deze complexe berekeningen op grote schaal worden uitgevoerd. Bedrijven als Google, Amazon en Facebook investeerden zwaar in AI-onderzoek, wat leidde tot doorbraken in beeldherkenning, spraakverwerking en natuurlijke taalverwerking.

Vandaag de dag is machine learning verweven met talloze toepassingen: van gepersonaliseerde aanbevelingen en fraudedetectie tot medische beeldanalyse en zelfrijdende auto's. En het fundament onder al deze toepassingen? Data. Veel data

Big Data en rekenkracht: de drijvende krachten achter moderne AI

In het eerste decennium van de 21e eeuw begon AI aan een stille revolutie. Dankzij de groei van het internet en de beschikbaarheid van steeds krachtigere computers werd het mogelijk om AI-systemen op grote schaal te trainen. Bedrijven verzamelden enorme hoeveelheden gebruikersdata, wat leidde tot de opkomst van big data: datasets die te groot en complex waren voor traditionele analysemethoden, maar ideaal voor machine learning. AI vond zijn weg naar toepassingen die inmiddels onmisbaar zijn geworden. Zoekmachines zoals Google gebruikten AI om zoekresultaten te verbeteren, aanbevelingssystemen hielpen gebruikers bij het vinden van relevante producten of content, en spraakherkenning begon zijn intrede te doen in consumententechnologie. Hoewel deze systemen nog verre van perfect waren, legden ze de basis voor wat komen ging.

Deep learning en generatieve AI: een nieuwe dimensie

Vanaf 2012 begon een nieuwe fase in de evolutie van AI, aangedreven door doorbraken in neurale netwerken en deep learning. Deze technieken maakten het mogelijk om complexe taken zoals beeldherkenning, vertaling en tekstgeneratie met ongekende nauwkeurigheid uit te voeren. AI begon niet alleen te begrijpen, maar ook te creëren. Een belangrijk keerpunt kwam in 2022, toen OpenAI de eerste versie van ChatGPT lanceerde. Deze generatieve AI kon menselijke taal begrijpen en produceren (Natural Language Processing), en werd al snel gevolgd door tools als Copilot (voor programmeren), DALL·E (voor beeldgeneratie) en Suno AI (voor muziekcreatie). AI is door deze ontwikkelingen niet meer alleen beschikbaar voor onderzoekers en grote bedrijven, maar voor iedereen met een internetverbinding.

AI voor iedereen: de maatschappelijke impact van generatieve AI

Artificial Intelligence is met de opkomst van generative AI niet meer iets dat alleen voor wetenschappers is, maar een onderdeel van ons dagelijks leven. Tools zoals ChatGPT, DALL·E en Microsoft Copilot maken het mogelijk om met een paar klikken teksten te schrijven, afbeeldingen te genereren of zelfs code te laten schrijven. Alles dat ooit science fiction en een verre droom leek, is met de moderne AI-tools werkelijkheid geworden. En dat heeft een enorme impact op hoe we werken, leren en creëren. Generatieve AI is daarmee niet alleen een technologische doorbraak, maar ook een maatschappelijke verschuiving. Het dwingt ons om opnieuw na te denken over creativiteit, eigenaarschap en de grenzen van automatisering.

Back to blog